Twee kanten
Argumenten verzinnen voor en tegen een stelling.
In twee- of viertallen.
- Vouw een vel in twee helften;
- Links schrijf je voor, rechts schrijf je tegen;
- Bedenk nu argumenten voor en tegen de stelling;
- Verplaats je in een mening ook als je het niet mee eens bent!
- Schrijf ze op in de goede kolom.